De stedenband met de Nicaraguaanse plaats Jinotega begint stilaan zijn vruchten af te werpen. Het Zoetermeerse stadsbestuur is dan ook niet van plan om net als andere gemeenten in Nederland, een punt te zetten achter de stedenband.

Vorige week nog trok de gemeente Den Haag de stekker uit het samenwerkingsverband met een andere stad in Nicaragua, Juigalpa. Den Haag wil zich meer gaan richten op de landen waar veel van zijn inwoners vandaan komen, zoals Suriname.

De Zoetermeerse stedenband is nog springlevend. Vorig jaar werd 50.000 euro opgehaald, veelal via acties op scholen. Een bedrag dat door de gemeente Zoetermeer is verdubbeld, en door het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking nog eens wordt verdubbeld, zodat 200.000 euro beschikbaar is. „Dat geld gaat bijvoorbeeld naar de inrichting van schoollokalen,’’ vertelt Gerard van Wijk, projectleider stedenbanden van de gemeente Zoetermeer.

„We willen dat zoveel mogelijk kinderen naar school gaan in Jinotega. Dat is een probleem, omdat enerzijds kinderen moeten werken voor het gezinsinkomen. Aan de andere kant is er een gebrek aan lokalen en docenten. Daar kunnen wij iets betekenen. Met private partijen in Jinotega kijken we ook naar economische bestedingen. We willen een fonds oprichten waaruit microkredieten kunnen worden gefinancierd voor startende ondernemers.’’

Van Wijk reist met wethouder Edo Haan (PvdA, stedenbanden) van 21 tot en met 29 maart af naar Nicaragua, als onderdeel van het zogenoemde Logo Southprogramma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ook bestuurders van andere gemeenten gaan mee. Het bezoek is dit jaar nogal beladen. „Eind 2006 zijn er verkiezingen geweest en er zijn sterke aanwijzingen dat die niet fair zijn verlopen,’’ vertelt wethouder Haan.

„Er zijn aanwijzingen dat er van bovenaf is ingegrepen. De verschillen tussen de voorlopige en de definitieve uitslag zijn te groot. Er is duidelijk gemanipuleerd, ook bij de verkiezingen in Jinotega. President Ortega van Nicaragua heeft ervoor gezorgd dat burgemeesters van zijn partij, de Sandinisten, aan de macht zijn gekomen.’’

De verkiezingsfraude is juist zo pijnlijk, omdat versterking van het lokale bestuur een van de hoofddoelen van het Logo Southprogramma is. Haan: „Ik maak me zorgen over de democratie in Nicaragua. De gelden die wij ophalen zijn niet in gevaar. We besteden zoveel mogelijk via non-governmental organizations, die losstaan van de overheid. Kijk, als Ortega echt gekke dingen gaat doen, dan stoppen we ermee. Ik ben daar niet op uit. Minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking roept terecht op de banden met Nicaragua in stand te houden. Wij willen niet dat de gewone mensen de dupe worden en al helemaal niet de kinderen. We leggen het accent op de millenniumdoelstellingen, zoals onderwijs voor alle kinderen en het verstrekken van microkredieten.’’

Dat Jinotega een stedenband heeft met Zoetermeer is weinig inwoners daar ontgaan. Van Wijk: „Op de buitenmuur van de bibliotheek is een schildering aangebracht die de band met Zoetermeer uitbeeldt. De bibliotheek staat op het centrale plein, dus die kun je niet missen. En de witte molen in de Stationsstraat vinden ze prachtig daar. Ze hebben de molen nagebouwd en een plek gegeven middenin in het stadspark.’’

Uit de omnibusenquête, een onderzoek onder duizenden Zoetermeerders, bleek onlangs dat de stedenband in Zoetermeer niet zo heel erg leeft. In de gemeenteraad klinkt nu en dan kritiek. Haan moet geregeld, en tot vermoeiends toe, uitleggen dat hij geen snoepreisje gaat maken. De trip naar Jinotega wordt, via het Logo Southprogramma, gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken.

De andere Zoetermeerse deelnemers-vertegenwoordigers van het onderwijs, woningcorporaties en gemeenteraadsleden-betalen de reis uit eigen middelen. Haan: „Ik heb het gevoel dat het draagvlak voor de stedenband wel toeneemt. Inmiddels doen alle middelbare scholen mee en docenten van het Oranje Nassau College zijn alle basisscholen afgegaan om aandacht te vragen voor Jinotega. Ik vind het aandoenlijk om te zien hoe kinderen hiermee bezig zijn.

Een leerling had een tekening gemaakt van een kind uit Nederland dat een hand geeft aan een kind uit Nicaragua, over de oceaan heen. Prachtig. Internationale solidariteit, daar gaat het om. Zeker in het huidige gure klimaat in Nederland, waarin we erg naar onze eigen navel aan het staren zijn, moeten we over de huidige grenzen blijven kijken.’’

UIt AD van 6 maart 2009